Integraal managen van 1 mobiliteits systeem

In een sessie over mobiliteit in de toekomst rondom onze fraaie stad hoorde ik de term “integraal managen van 1 centraal mobiliteits systeem”.

En het ligt voor de hand natuurlijk. Alles met alles verbinden, iedereen op de hoogte van alles en een centraal superbrein dat iedereen met een mobiliteits behoefte de goede kant op stuurt.

Maar is het wel een goed idee? Het doet een beetje denken aan de mainframe tijd. We geloofden heilig in hele grote computers met geconcentreerde rekenkracht en een programmeertaal als COBOL was het toppunt van toekomst.

Het IT landschap is sindsdien ingrijpend veranderd. Processing doen we niet meer op een centraal punt maar gedistribueerd. We hebben geleerd van alle inflexibiliteit die het creeeren van molochen (is dat het goede meervoud van een moloch?) met zich mee brengt.

In de eerste Terminator film uit 1984 hoorden we dat er een centraal superbrein zou gaan rebelleren tegen de mensheid. Maar (spoiler alert!) in The Rise of the Machines, de derde termintor film uit 2003, was de grote verrassing dat dat “centrale superbrein” niet bestond: Het was een systeem dat bestond uit een netwerk van autonome elementen, verspreid over de hele wereld. Grote plus (nou ja, in de film eigenlijk een minpunt): Door de architectuur zo robuust dat er centraal niets uit te schakelen valt.

Dus als we een “integraal te managen centraal mobiliteits systeem” gaan maken, maken we dan niet iets dat daar op lijkt? Een architectuurkeuze waar we over twintig jaar spijt van hebben?

Een groot centraal ding dat iedereen en alles opslokt en alle flexibiliteit uit het systeem om zeep helpt?

We kunnen ook kiezen voor allemaal op zichzelf staande systemen die losjes met elkaar verbonden zijn. “Loose coupling” noemden we dat halverwege de jaren 90 in de IT. Bouw vooral losse, flexibele systemen die goed zijn in hun gespecialiseerd terrein, en koppel die systemen losjes met elkaar.

Dat doet een beetje denken aan “swarm technology”. De sterkste technische oplossingen zijn niet die oplossingen die een groot centraal brein hebben, maar de flexibele systemen die bestaan uit heel veel autonome elementjes die met elkaar communiceren.

Vergelijk het met nano technologie. Kleine autonome deeltjes die elk voor zich een doel hebben, en gezamelijk een groter doel bereiken. Met een zwerm drones die samen iets maken.

Ik heb een mooi voorbeeld ooit toegelicht gezien in een documentaire. Om een bouwplaats vrij te maken van rotsen (bedoeld voor een denkbeeldige mars expeditie) had iemand ooit bedacht dat het niet slim is om een grote radiobestuurde buldozer naar Mars te sturen. Die kan stuk, moet bestuurd worden, is duur. Wat je ook kunt doen is een zwerm kleine autonome robotjes sturen die rechtdoor rijden en rotsen wegschuiven tot ze niet meer kunnen, dan omdraaien in een andere richting en het proces herhalen. Simulaties leren dat de bouwplaats efficient schoongemaakt wordt. Je hoeft de autonome robotjes niet te sturen, ze zijn stukken goedkoper en het geeft niets als er een paar stuk gaan. Robuustheid van de oplossing door zwerm technologie.

Dus denk er maar eens over na? Wordt het 1 centraal integraal mobiliteits moloch, of worden het losse gekoppelde systemen? Een gespecialiseerd systeem voor fietsverhuur, eentje voor het huren van autos, een 9292-achtige oplossing voor OV, stepjes, scooters, parkeerplekken, noem het maar op. Allemaal zo aan elkaar gekoppeld dat iemand die om mobiliteit vraagt vanuit de gekoppelde systemen een gekoppeld advies krijgt. Of misschien wel vervoerd wordt.

Misschien is het alleen maar “le ton qui fait la musique” en komen de uiteindelijke oplossingen toch dicht bij elkaar. Maar, als vertrekpunt, ik zou in plaats van de integrale allesomvattende moloch kiezen voor de benadering van autonome gekoppelde gespecialiseerde entiteiten,